icarus
slodderige regens kwijlen
terwijl een spiegel van land
het gezicht vormt waaraan
stoppels ongeschoren prijken
in de rimpels van een tractor spoor.
de witte icarus licht op
tegen een grauwgrijze achtergrond
van ongehuild verdriet
en laat een omgekeerde schaduw
vallen over het zompige bruin.
hoe zal het gevoel
aan de achterkant van de zon,
waar het licht steeds mooier lijkt,
kantelen zodat het in norse herfst
alleen nog kletterlichtjes regent?
zullen gewassen bodem vinden
aan een kleurige horizon
zonder zwarte depressies?
deadalus ontvouwt terstond
het labyrint waar transformatie
van vogel naar mens
in alle rust zal gedijen.