paarse blos
terwijl ik zin heb in paars
zweeft mijn vlees en bloed weg
van het geraamte. ik vlieg tussen
herten en verhalen op en neer.
de schim van het schuimbekkende
monster rent onverdroten in rotvaart weg
van mijn nieuwe realiteit.
verzorg ik mijn verleden nog wel
met gepaste regelmaat? is mijn toekomst
al voorzien van labels? de tijd dat brieven
nog per post kwamen, kennen we nu wel.
het klein jongenskoor zingt een requiem
ongeschonden en zuiver. de botten in mijn
geraamte klapperen door een aanzwellend
en betoverend fantoomkippenvel.
langzaam keer ik naar mezelf terug
weer één geheel vormend
met mijn omgeving. blij toont de heide
haar leven in de spiegels van mijn wangen,
een paars blosje verschijnt.
ik heb afscheid genomen van monsters
en brieven blijven onverstuurd daar
als het jongensgezang wegsterft
in de dodelijke schoonheid
van het moment.