Onrechtlijnig sta je in het leven
met dicht vertakte arteriën
kaal nog van koude stormen
reikend naar een dichtere hemel.
Stel ik geef mijn lot
uit handen om te wiegen
in jouw schoot,
wie zal jou gaan
verbranden om te geraken
aan mijn dood?
Ommuur mij met een schors
verdroogd uit al je sappen.
Bescherm mijn allereindste
tot aan mijn laatste stappen.
Maar knak je toch
o boom van mijn verdriet
dan klinkt in mei
een allerlaatste lied.