De poging van rechercheur de Jong om Renée uit handen te houden van het criminele netwerk mislukt faliekant. Een inschattingsfout; het gevaar komt vanuit de eigen gelederen. Forensisch arts Widdershoven houdt hem en Veronique op de hotelkamer onder schot. De twee mannen die binnen komen vallen zijn alles behalve onbekenden.
‘Ik walg van je, Nijboer. Je beste man vecht op dit moment voor zijn leven en dan die Freddie nog en zij dan Renée?’ Erik voelt zijn gespannen gezicht rood aanlopen en zijn aders opzwellen. Hoofdcommissaris Nijboer stapt naar voren en grijnst. ‘Ach jongen toch. Heeft dokter Stevens je nog niet gebeld? Geloof me, ik had ook liever gezien dat jij in plaats van Kel in het mortuarium opgeborgen lag. Erik laat het touw los en houdt zijn gebalde vuist op. Door de waas van zijn betraande ogen ziet hij de eerder zo angstige verpleger Tervoort naar voren springen en zijn pistool tegen Veroniques slaap zetten.
Nijboer lacht. ‘Je wil toch zeker niet dat we je meisje te grazen nemen, de Jong?’ Widdershoven zit ontspannen met zijn armen gevouwen op het bed naast Renée. Nijboer stapt naar achteren gaat op het voeteneind zitten en leunt met zijn armen op zijn knieën. Eriks ogen fixeren zich op het pistool dat losjes in Nijboers vingers schommelt. Hij zet een voet voorruit. ‘Ik dacht het niet, jongen.’ Hij verstevigt zijn grip en richt op Erik. Het is de kik die aan Veroniques mond ontsnapt die Erik van zijn voorgenomen heldendaad afbrengt. Hij laat zich verslagen door zijn knieën zakken, grijpt het touw van de grond en ziet vanuit zijn ooghoek hoe Nijboer hem met het pistool dirigeert om Veronique te knevelen. Erik draait het touw om haar voeten en slaat zijn ogen op. Ze knikt en fluistert dat het oké is. Zijn hart raast, zijn vingers beven en met veel innerlijke weerstand trekt hij de knoop aan. Erik verzucht: ‘Ons corps bedorven, wie had dat kunnen bedenken en waarom? Om de flappen?’
Nijboer lacht vals. ‘Erik jongen, zó naïef kun zelfs jij niet zijn. Wij houden de boel gewoon in balans.’ Widdershoven kucht overdreven. Nijboer draait zijn hoofd. ‘Je hebt gelijk, Widdershoven, we zijn hem geen uitleg verschuldigd. Wat doen we met ze?’ Erik voelt de paniek toeslaan; of ze schieten ons overhoop of ze schuiven de zaak in onze schoenen. Tijdrekken is zijn enige optie, maar hoe? In Nijboers zwakke punt prikken valt te proberen.
‘Nijboer?’ ‘Ja wat, de Jong?’ ‘Doe me één plezier en vertel me wie die leipe Pipo was die de doden in de Sjelmentoren en Kel op zijn geweten heeft en wie was die tweede schutter?’ ‘Waarom?Je kan het toch niet navertellen.’ Hij slaat op zijn knie en lacht. ‘Omdat ik me niet kan voorstellen dat jij het brein achter deze operatie bent. Het hele korps weet dat jij je functie niet aan je intelligentie te danken hebt.’ Nijboers fronst en bijt op zijn onderlip. Widdershoven schuift naar de bedrand en gaat rechtzitten. Vluchtig zoekt Erik oogcontact met Veronique. Het pistool van Tervoort glijdt over haar wang; met de loop duwt hij haar kin omhoog waardoor ze Eriks blik niet kan beantwoorden. Ik heb hem waar ik hem hebben wil, denkt Erik, maar heeft nog geen idee hoe hij ze kan overmeesteren. Nijboer staat op, ijsbeert. De snijdende spanning wordt doorbroken door geluiden op de gang.