Rechercheur de Jong denkt dat er een verband is tussen het verleden van omgekomen topcrimineel Joppe en de vermoedelijke nierroof die op het lichaam van diens halfzus Renée is gepleegd. Hij belt Anke die in de hotellobby het ambulancepersoneel opvangt en beveelt haar ze weg te sturen. Hij roept politiearts Widdershoven op om zo snel mogelijk te komen.
Veronique en Erik springen op.
‘Wij zijn het.’
Erik draait aan de deurknop. Nog voordat hij de deur open kan trekken, duwt Widdershoven zich naar binnen en loopt regelrecht naar de bewusteloze Renée op het bed. Anke blijft in de deuropening staan en kijkt haar collega’s vragend aan. ‘Ga maar Anke. Morgenvroeg om 10:00 uur bespreken we de zaak plenair.’ Erik duwt haar de gang op. Hij hoort nog net haar afkeurende verzuchting.
Widdershoven staat voorovergebogen over Renée, graait in zijn tas op het bed en mompelt dat het inderdaad om haar nier gaat.
‘Zie je wel, schat.’ Erik slaat een arm om Veronique. ‘Maak je geen zorgen, lief. Laat hem even zijn werk doen en dan maken we een plan de campagne om Kel en Freddie in veiligheid te brengen. Ik bel even om te vragen hoe het met ze gaat.’
Erik en Veronique schrikken op van een voor hun al te bekend geluid.
‘Jij belt met niemand, geef je telefoon maar aan mij.’ Widdershoven stapt met getrokken pistool op het tweetal af.
‘What the fuck, Widdershoven?’
‘Wapens overhandigen.’
Voor het eerst ziet Erik dat het altijd uitgestreken gezicht en de ijskoude blik van de politiearts niets met concentratie te maken heeft. Erik knijpt Veronique in haar schouder en laat haar los. ‘Oké, oké. Ik pak mijn wapen, rustig, man’
‘Ik ben rustig. Jij ook, Veronique.’
Beiden pakken omzichtig hun wapens.
‘Leg ze voor je op de grond en ga daar zitten. Vlug een beetje.’
Erik schrikt van de stemverheffing die hij nooit eerder bij de politiearts hoorde. Hij knikt naar Veronique. Ze gaan door de knieën en in een vloeiende beweging door naar de stoelen bij het raam. Widdershoven blijft ze onder schot houden. Hij graait weer in zijn tas en gooit touw en tape naar Erik. ‘Bind je liefje vast en geen geintjes, lange.’
De deur zwaait open. Erik grijpt Veroniques trillende hand vast. ‘Dit kan niet, dit is godsonmogelijk.’
Een van de twee mannen die naast Widdershoven komt staan, grijnt. ‘Niet jammeren, kerel. Schiet op. Maak haar vast, anders doen wij het voor je.’