Erik en Veronique volgen de verpleegkundige Frans Tervoort naar de parkeerplaats van het Roda-stadion. Frans loopt bij het hotel naar binnen. Het politiekoppel wacht in de auto op zijn terugkomst. Na een klein uur keert Frans terug en kijkt hun kant op. Veronique en Erik verschuilen zich achter een intense kus.
Verschrikt kijkt Veronique op. Er wordt luider op de zijruit aan Eriks zijde geklopt. Hij weert met een hand het verblindende felle licht af en met de ander opent hij het portier. ‘Wat gaan we nu krijgen?’
‘Excuus, collega. We kregen een melding van het hotel. Mijn collega herkende jullie.’ De agent wijst met zijn zaklamp naar de vrouw die achter hem staat. Anke kijkt Erik breedlachend aan. ‘Zo jullie hebben elkaar eindelijk gevonden, zie ik.’
Quasi foeterend stappen ze uit en lopen achter de agenten aan. Anke informeert ze dat gasten hadden geklaagd over het krijsen dat uit een van de kamers kwam. De manager is poolshoogte gaan nemen en belde met een hoogst merkwaardig verhaal. Er ligt een vrouw buiten westen aan een infuus. Het viertal versnelt hun pas op aandringen van Erik. Bij de ingang wacht een man hen op. Hij stelt zich voor als de manager. Vanuit zijn ooghoek ziet Erik een ambulance aanrijden. ‘Welke kamer is het?’
‘Bovenste etage, de deur staat open.’
Veronique houdt de lift vast voor Erik.
Anke, vangen jullie het Ambulancepersoneel op? Ze knikt. De deuren van de lift sluiten.
‘Wat heeft die Frans hier uitgespookt? Erik tikt ongeduldig op de knop alsof daarmee de lift sneller gaat. Veronique zwijgt, bijt op haar lip en kijkt dwingend naar de display. ‘We zijn er.’
Ze rennen de gang in naar de plek waar het licht op het tapijt valt. Bij binnenkomst zien ze wat de hotelmanager bedoelde. ‘We hebben de camerabeelden van dit hotel nodig en de forensische dienst, Viek.’
Op het bed ligt Renée, half ontbloot en buiten bewustzijn. Haar buik is strak ingezwachteld en in haar linkerzij ter hoogte van haar ribben is het verband roodgekleurd. De infuuszak die aan een lange spijker aan de muur hangt is vol. Een lege zak ligt naast het bed op de grond.
Over de schrijver
