Hoi Frank,
Twintig jaar lang heb ik gedacht: dit had mij ook kunnen overkomen. Als twaalfjarig jochie zat ik bij Scouting en kamperen is dan je ding. De weekendjes op de hei en de zomerkampen die voor je gevoel heel ver weg waren, vormden vaak de hoogtepunten van mijn jaar. Logeren in een gebouw van een andere groep was leuk, maar het slapen in een zelf opgezette, brakke tent vond ik geweldig. Misschien dat ik het daarom ook nog altijd leuk vind om op een festival in zo’n gevaarte te slapen.
Het kwam twintig jaar geleden erg dichtbij, toen de vermissing en daarna de moord op Nicky Verstappen het nieuws beheerste. Zelfs als twaalfjarige boeide mij dat toen enorm. De Heikop op de Brunssummerheide was voor mij bekend terrein. Hoe vaak ik daar wel niet een weekend gekampeerd had, was niet op een hand te tellen. Toen ik nog een stuk jonger was, hielden we daar met de Welpen zomerkampen. En later, rond de tijd dat Nicky Verstappen vermoord werd, waren daar de Regionale Scouting Wedstrijden, waar vanuit de hele Oostelijke Mijnstreek scouts op afkwamen.
De zaak Nicky Verstappen werd groot nieuws en sprak jarenlang tot de verbeelding: hoe kon het dat een jongentje van elf jaar oud zomaar verdween en vermoord teruggevonden werd en vooral: hoe kon het dat er nooit een dader gevonden werd? De zaak sleepte voort en elke keer als er een verdachte in beeld kwam, was er nieuwe hoop. En die hoop vervaagde elke keer weer. Ik leefde zelf enorm mee, maar ik kan me niet voorstellen hoe het voor nabestaanden geweest moet zijn. Twintig jaar hel, twintig jaar onzekerheid.
En nu is er dan een doorbraak, een doorbraak die ik en volgens mij weinig anderen nog verwachtten. Er is een match. Een een-op-een match. En waar ik al die jaren bang voor was, is werkelijkheid geworden: het is iemand van Scouting. De club waar ik mij al die jaren zo veilig voelde, de club waar ik groot ben geworden, maar waar toch ook een smetje op zit. Dat wist ik toen nog niet, maar later kwamen er verhalen naar buiten over misbruik, aanranding en andere vuile zaken. Het imago van de club doet dat geen goeds. Ook nu weer is een zonderling in beeld, een einzelgänger die nergens tot zijn recht kwam en geen echte vrienden had, maar die buitengewoon actief was binnen Scouting.
Ook nog eens iemand uit de regio waar ik vandaan kom, die leiding heeft gegeven bij een groep binnen Heerlen en die op dezelfde momenten op de plek waar later Nicky Verstappen vermoord is, was wanneer ik er was. Ik ken hem niet, maar herken hem wel. Alleen dat al maakt dat alles nog dichterbij komt. Maar wat mij nog het meest raakt, is wat de moeder van Nicky gezegd heeft: De laatste momenten van haar zoon waren met een onbekende man. Niet iemand die hij vertrouwde, maar een vreemdeling die niets te zoeken had op de plek waar Nicky zich veilig voelde. Hoogstwaarschijnlijk dus door iemand binnen een organisatie waar alle kinderen zich veilig voelen, waar ze plezier maken en waar ze kameraadschap ontwikkelen.
Vandaag was ik in mijn gedachte de hele dag weer die verkenner van twintig jaar terug. Ik dacht aan mijn eigen avonturen en mijn eigen leiders, die stuk voor stuk geweldig waren met kinderen. Die dit nooit ook maar zouden kunnen bedenken. Met die gedachte wil ik afsluiten, Frank. Want zoals zo vaak staan de rotte appels centraal in een verhaal en maken ze door hun acties een organisatie kapot. Ik wil juist stilstaan bij die duizenden andere vrijwilligers, die hun naam weer door het slijk gehaald zien worden. Die duizenden die elk weekend met al die kinderen leuke dingen gaan doen. Die mensen die ons onvoorwaardelijke vertrouwen verdienen. En deze ene gast die nu ergens door de Vogezen loopt… Ik hoop dat ze hem vinden en dat de ouders van Nicky eindelijk hun rust krijgen.
Groet, Kevin