Een enkele verdwaalde kroegganger loopt slingerend op het kerkplein, als zijn werkdag begint. De stad sluimert tussen nacht en dag. Het moment waar Theo het meest van geniet. Het eindigt voor hem zodra de eerste rolluiken van de winkels worden opgehaald. Nadat hij de straten rondom de restaurants en kroegen heeft geveegd, seint hij zijn collega in dat hij het eerste deel van de promenade op zich neemt en rijdt weg.
Ter hoogte van ijssalon La Veneziana ziet hij iemand op de grond liggen. Het zal niet de eerste keer zijn en zeker ook niet de laatste, dat hij een dronken gast op de been moet helpen. Theo stapt uit zijn reinigingswagen en loopt er resoluut op af. Als hij het lichaam nadert, schrikt hij van het bloed rondom het hoofd van een jonge vrouw dat vanuit een gapende wond uit haar keel gutst. Naast en op het schaarsgeklede lichaam liggen rozen in verschillende kleuren en maten met nog andere soorten bloemen waar Theo de namen niet van weet. Hij verstijft terwijl zijn lichaam ongecontroleerd begint te trillen. Na enkele seconden herpakt hij zich en toetst het alarmnummer in.
Wachtend op de politie kijkt hij schichtig om zich heen. De wond is vers en dat beangstigt hem. Hij houdt opnieuw zijn mobiel tegen zijn oor en doet alsof hij een gesprek voert. Mocht de dader nog in de buurt zijn, dan zal dit hem wel afschrikken. Een persoonsbeschrijving is immers snel gegeven mocht hij zich vertonen. Net als Theo in de verte de sirenes hoort, voelt hij iets kouds op zijn keel drukken gevolgd door een intense pijn. Hij wil naar naar zijn keel grijpen maar voelt zich slap worden en zakt door zijn benen. Vlak voordat het zwart voor zijn ogen wordt ziet hij dat iemand een bos bloemen boven hem loslaat.
Als inspecteur Kel op de plaats delict verschijnt, halen de eerste nog onwetende winkeliers hun rolluiken omhoog. Bij de dode lichamen staat een klein groepje mensen dat zich de start van de werkdag anders had voorgesteld. Collega De Jong tikt de inspecteur op de schouder en zegt: ‘ We hebben net een melding binnen gekregen van een inbraak bij de bloemist op de Bongerd. De dader heeft een briefje achtergelaten.’
(wordt vervolgd)
2 reacties op “Fictie: Bloedbloemen – deel 1”
Een geweldige schrijfster die mij dagelijks weet te boeien. Geweldig geschreven Nancy
Dankjewel Peggy, dat vind ik lief!